Interview with Paul Cox

Je moet zien om te kunnen doen

Studio visit & Interview with Paul Cox, October 2008
Text (in Dutch) Harmen Liemburg for Items 1/2009

Met zijn aan midgetgolf, biljart en topografische kaarten gerelateerde installatie ‘Uncle Toby’s Bowling Green’ zette de franse kunstenaar, ontwerper en auteur Paul Cox menig bezoeker van het grafisch festival Chaumont 2008 op het verkeerde been. Met ogenschijnlijk gemak beweegt hij zich tussen verschillende disciplines schilderen, installatiekunst, decorontwerp, grafisch ontwerpen en (kinder)boeken. Hierarchie tussen de projecten lijkt te ontbreken. Toch vormt het werk als geheel een solide eenheid. Harmen Liemburg zocht Cox op in zijn Parijse atelier.

Tekst

HL
Het staat hier wel erg vol met werk! Is dit ook de plek waar je schildert en grotere installaties maakt?

PC
Ha ha, nee hoor. Een groot deel van mijn tijd woon en werk ik op onze boerderij in Bourgondië. Daar woont ook mijn vrouw Aude en onze twee ezels Toby en Tristram. Ik ben regelmatig voor opdrachten in Parijs, en daarom hebben we dit appartement aangehouden. Vandaag werk ik aan een voorstel voor een decorontwerp dat vanavond af moet zijn.

HLIn je werk zie ik hier en daar nederlandstalige namen en elementen opduiken. Wat is je relatie met het land?

PC
Mijn beide ouders Harry en Yvonne Cox zijn nederlands en half nederlands. Zelf ben ik hier in Parijs geboren. Ik ben er al tijden niet geweest, maar ik spreek en versta het Nederlands nog wel enigzins.

HL
Wat deden je ouders?

PC
Mijn vader was componist, mijn moeder pianiste. Het leven thuis draaide om volledig om muziek en literatuur. Voor mijn ouders was het eigenlijk onvoorstelbaar dat ik iets anders zou ambiëren dan de kunsten, maar ik had zo mijn bedenkingen. Mijn ouders hadden ook een moeilijk leven. Ik zag bij sommige van hun kunstenaarsvrienden dat ze als het ware gevangen raakten door de markt, dat ze om commerciële redenen gedwongen waren zichzelf voortdurend te herhalen. Voor mezelf zag ik dat als potentiële valkuil. Eerst heb ik een tijdje als leraar engels in de Elzas gewerkt, om daarna op mijn 22e om engels en kunstgeschiedenis te gaan studeren.

HL
Afgelopen voorjaar was je onderdeel van een festival rond grafisch ontwerpen. Hoe zie je jezelf eigenlijk?

PC
Ik heb altijd een enorme bewondering gehad voor kunstenaars die op een breed terrrein aktief zijn. Mensen zoals Rodchenko en El Lissizky, multigefacetteerde, zeer bekwame mensen. Een ander goed voorbeeld is Max Bill, een ongelofelijk veelzijdige man. Ik weet niet goed waarom, maar ik voel me sterk aangetrokken tot dergelijke figuren.Wat grafisch ontwerpen betreft ben ik een beginner. Ik zie mezelf toch in de eerste plaats als beeldend kunstenaar, met een sterke interesse in de relatie tussen beeld en taal, twee gebieden waar ik zoveel mogelijk tussen probeer te blijven. Misschien heb ik één kleine teen in het grafisch ontwerpen, maar de andere 9 zitten op andere plaatsen!

HL
Hoe ben je begonnen?

PC
Omdat ik nooit op een kunstacademie heb gezeten, heb ik mezelf als autodidact ontwikkeld. Nog steeds begin ik ieder project van voren af aan. Aanvankelijk was ik geïnteresseerd in sytemen. Ik had de wens om de hele wereld op een methodische manier te beschrijven, iets in de geest van Bruly Bouabré, die zijn leven lang op kleine kaartjes commentaar gaf op de gebeurtenissen van alledag. Tesamen vormden die kaartjes één grotere cyclus. Ik wilde vanuit vogelperspectief inzoomen op de wereld, en in het begin tekende en schilderde ik wegen, planten, bomen, dieren en mensen. Een soort kaarten eigenlijk. Gaandeweg dit proces begon ik het beu te worden, en raakte ik meer geïnteresseerd in abstracte vormen.

HL
Je oeuvre tot dusver is welisaar zeer divers, maar lijkt door je beeldtaal en keuze van vormen en kleuren toch een solide geheel te zijn.

PC
Telkens als ik een nieuw project start, begin ik met het vaststellen van een aantal beperkingen. Dat lijkt misschien rigide, maar met een klein aantal kleuren, vormen en gereedschappen is het veel makkelijker werken. Iemand als Le Corbusier deed dat ook. Zijn ontwerpen zijn gebaseerd op een programma van uitgangspunten waarin de architectuur is gerealateerd aan de menselijke proporties. Een ander sterk voorbeeld is het Leitmotiv van Wagner. George Perec, die deel uit maakte van een groep schrijvers die werkte vanuit sterke zelfopgelegde beperkingen noemde het een manier om ‘uit jezelf te treden’. Als je niet voortdurend allerlei keuzen hoeft te maken, ben je veel vrijer om dieper in jezelf te duiken. Ik denk dat dergelijke beperkingen en uitgangspunten noodzakelijk zijn om de creatieve ‘machine’ op stoom te brengen. In combinatie met het meester worden van de techniek is het ook een vorm van investeren in jezelf.

HL
In Chaumont had ik me verheugd op een overzicht van eerder gemaakt werk, maar tot mijn verbazing was daar je installatie ‘Uncle Toby’s Bowling Green’ waarin je het publiek uitdaagt om zelf een kleine creatieve daad te doen in de vorm van het werpen van een bal. Wat waren je uitgangspunten daar?

PC
Vanaf mijn eerste ervaringen met het inrichten van tentoonstellingen had ik in de gaten dat het allemachtig veel werk is! Gaandeweg werden de ruimtes waarvoor ik gevraagd werd om iets voor te bedenken groter en groter. Voor iedere gelegenheid maak ik een nieuw werk, en in daarom heb ik methodes ontwikkeld om grote ruimtes relatief snel en met de nodige impact te kunnen vullen. In Centre Pompidou heb ik een paar jaar terug enorme tafels neergezet waarop een verzameling objecten waarmee het publiek zelf nieuwe vormen mee kon bouwen. Iets in de geest van Hans Arp en zijn experimenten met spontane en ogenschijnlijk irrationale methodes van artistieke schepping. Er zaten bijvoorbeeld kleine blokjes bij die niet helemaal vierkant waren. Het was niet gemakkelijk om daar iets mee te doen, en het zette de bezoeker op het verkeerde been. Wat er uit komt is altijd een mix van hun verlangens en de mogelijkheden van het gereedschap dat ik ze bied. Voor mij is het interessant om vervolgens te observeren wat er dan gebeurd. Veel volwassenen beperken zichzelf bijvoorbaat door te denken ‘ja maar, ik ben toch helemaal geen kunstenaar’. Kinderen hebben helemaal geen last van dergelijke clichés, maar voelen zich door die afwijkende vormen juist uitgedaagd en bouwden prachtige, vreemde dingen.

HL
Daar ging vast een heilzame werking van uit…

PC
Ken je de ‘Zandbak- therapie’ van Jung? Patienten, vaak, maar niet per sé, kinderen, werd daarin gevraagd om het zand in de zandbak een bepaalde vorm te geven, een landschap of wat ze maar wilden maken. Vervolgens moesten ze daar kleine objecten in plaatsen, waarna het resultaat door analisten werd geïnterpreteerd. Ik heb vaak gedacht dat mijn installaties zoals in Centre Pompidou interessant materiaal voor hen zou zijn!

HL
In de Chapelle des Jésuites kon het publiek grote witte ballen door het heuvelachtige landschap laten rollen. Net als bij een biljart vielen de ballen in gaten om via een buizenstelsel weer voor een nieuwe ronde terug te komen. Ze konden ook via enorme croupierscheppen worden teruggehaald. Was daar volgens jou sprake van een geslaagde wisselwerking?

PC
Mijn rol was daar om te laten zien dat grafisch ontwerpen ook over het randje kan gaan. Door het gebruik van grafische elementen als lijnen en symbolen refereert het weliswaar aan grafisch ontwerpen, maar tegelijkertijd is het iets volslagen anders. Daarnaast ben je niet in de speelgoedwinkel, maar bestaat het werk in de context van een tentoonstellingsruimte. Veel mensen waren erdoor verward. Ze begrepen niet goed waar het om ging of wat de bedoeling was.

HL
Je eerste overzichtsboek, Coxcodex 1, verscheen alleen in de franse taal. Had je met een engelse vertaling niet een veel breder publiek aan willen spreken?

PC
Mmm, op zich had het werk in de franse taal best door middel van bijschriften voor een engelstalig publiek begrijpelijk gemaakt kunnen worden. Het probleem lag ‘m bij het feit dat alle tekst als beeld is behandeld. Het was niet te doen om alles opnieuw met de hand te schrijven, scannen en fotograferen.

HL
Het valt me op dat veel typografie in je grafische werk bestaat uit ruim gespatieerde tekst in kloeke ‘onvormgegeven’ kapitalen of juist je eigen handschrift. Hoe kijk je tegen typografie aan?

PC
Eerlijk gezegd weet ik bar weinig van typografie of typografische regels, maar ik ben erg geïnteresseerd in boeken waar sprake is van een geslaagd huwelijk tussen illustratie en tekst. Een inspirerend en klassiek voorbeeld is het werk van Rodolphe Töpffer uit de 19e eeuw, die inmiddels als één van de grondleggers van het huidige stripverhaal wordt beschouwd. Hij begon gewoon maar ergens, en liet op een enorm fantasierijke manier de ene stap tot de volgende leiden met hilarische verhalen als resultaat. Ondanks zijn rauwe techniek vormden de tekstjes en de tekeningen één vloeiend geheel. Het valt me vaak op dat als uitgevers de tekst verzorgen van geïllustreerde kinderboeken, deze er helemaal niet bij past. Ik probeer op mijn manier om wél tot die versmelting te komen.

HL
Voel jij je zelf ook een verhalenverteller?

PC
In mijn eerste boeken waar ik zelf het initiatief toe nam, durfde ik me daar nog niet aan te wagen, en bedacht ik een systeem. Het ging om een detective voor kinderen, Les Aventures d’Archibald le koala sur l’île de Rastepappe, waarbij een raadsel moest worden opgelost. Een ander vroeg werk was een boek over kunstgeschiedenis dat per pagina werd betaald. Het was natuurlijk in mijn eigen belang dat het zo lang mogelijk zou worden! Daar heb ik de regels van Propp, die de structuur van russische volkssprookjes door analyse heeft blootgelegd, als structurende methode om het ‘verhaal’ te vertellen. Recentelijk heb ik het boek Cependent (Ondertussen) gemaakt. Het bestaat uit een serie beelden van gebeurtenissen die simultaan ergens op de wereld plaats vinden, voor le Val de Marne, een departement vlakbij Parijs, dat het boek aan iedere nieuwgeborene kado doet.

HL
Wat is je relatie met drukwerk?

PC
Ik ben altijd al gefascineerd geweest door het industriële proces van drukken. Inmiddels heb ik al een hele serie experimenten met CMY gedaan, zoals in Ces Nains portent quoi??????. Die zeven vraagtekens zijn trouwens belangrijk omdat er één ‘?’ per kabouter staat. Letterlijk vertaald betekent dat ‘Wat dragen die kabouters?’, maar de titel is ook homofoon met ‘C’est n’importe quoi’ wat zoveel betekent als ‘Dat doet er niet toe’. In ieder geval hebben we na een serie proeven met het verwisselen van de kleurscheidingen en de drukkleuren het boekje in de meest vervreemdende combinaties in offset hebben gedrukt. Daarnaast experimenteer ik ook met lithografie en zeefdruk. Geïnspireerd door het werk van de mexicaanse graveur en illustrator José Guadalupe Posada maakte ik een tijdlang hout- en linosnedes voor publicatie in een krant. Dat deed ik in eigen beheer thuis. Ik heb een sterke interesse in wat er door toeval onstaat, dus ik kijk altijd graag naar de oploopvellen in de drukkerij. Waar het kan probeer ik eerst met de techniek te spelen en te experimenteren, en dan pas te kiezen.HLWat zijn die kaartachtige dingen hier op de grond?

PC
Ah, dat is lithografie op zinken platen, waar we het beeld per drukgang hebben geroteerd, zodat er steeds verschillende combinaties ontstaan. Paul Klee heeft ooit gezegd ‘Door dingen te doen, leer ik waar ik naar op zoek ben’, en zo is het ook bij mij. Ik ben bezig, probeer van alles uit. Ondertussen of achteraf kan ik nadenken over wat het betekent. Je moet doen om te kunnen zien. Het is ook een manier om een speelse instelling te behouden, mezelf in het werk te amuseren en vrolijk te blijven.

HL
Veel van je werk gaat over interactie. Is de mening van de toeschouwer belangrijk voor je?

PC
Als het gaat om sociale waardering van het werk, daar kan ik me echt niks van aantrekken. Wat dat betreft lijk ik op de oude chinese schilders die in afzondering in een grot leefden. Zij leefden puur voor zichzelf en hun werk. Aan de andere kant bestaat een werkstuk nooit alleen op zichzelf, maar is het een huwelijk tussen het werk en de toeschouwer. Het bestaat alleen dan als iemand er zijn eigen gedachten mee heeft, of in het geval van mijn installaties, als iemand het aanraakt en er zelf iets mee bouwt. Het is dus belangrijk om de lezer of de bezoeker bij het werk te betrekken.

HL
Wat zou je met je werk willen bereiken?

PC
Ik zou aan anderen willen geven wat ik in mijn jeugd van mijn ouders heb ontvangen, maar ook wat ik heb geleerd van kunstenaars die ik bewonder. Ik wil graag werk maken dat z’n eigen proces laat zien, zoals bijvoorbeeld de traditionele japanse houtsnedes. Dat is helder en makkelijk te begrijpen. Stimulerend. In tegenstelling tot een schilderij uit de Renaissance dat eerder ontmoedigend werkt. Kijken naar schilderkunst is sowieso vaak verwarrend, je kijkt tegelijkertijd naar het beeld, maar ook naar de betekenis. Neem nou de zogenaamd politieke prenten van Goya. Voor mij zijn dat in de eerste plaats prachtige tekeningen. Het werk van Mark Rothko is in dat verband veel minder direct en dwingend, het laat alle ruimte open voor interpretatie. Die openheid is essentieel voor me.

HL
Wanneer is een project voor jou geslaagd?

PC
Het werkproces zou eigenlijk moeten zijn zoals zingen onder de douche: zonder er al te veel bij na te denken of je zorgen te maken over de kwaliteit. Ehrenzweig heeft daar hele interessante dingen over geschreven. Ik ben geen religieus mens, maar ben wel gevoelig voor de intenties van religieuze kunst.

CV Paul Cox
Geboren 1959 Parijs
Studie kunstgeschiedenis en engels aan Sorbonne universiteit Parijs
1977 – 1980 Werkt als leraar in Elzas
1981 Publicatie eerste boek
1986 Werkzaam als beeldend kunstenaar, ontwerper, auteur vanaf 1985

Zie ook Paul Cox Blog

Publicaties:

Kunstenaarsboeken Paul Cox verkrijgbaar bij Libraire Florence Loewy.

Coxcodex 1
Paperback, 299 pp, full colour, franstalig
Éditions du Seuil 2004
ISBN 2 02 060152

Coxcodex 1’
Katern 40 pagina’s in International Poster and Graphic Design Festival of Chaumont 2008 (catalogus)
Paperback, 288 pp, full colour, frans- en engelstalig
Pyramyd 2008
ISBN 978 2 35017 132 6
pyramyd-editions.com

Design & designer 007 – Paul Cox
Paperback, 96 pp, full colour, engelstalig
Pyramyd 2003
ISBN 2 910565 30 0
pyramyd-editions.com

Coxcodex 1 en Design & designer 007 – Paul Cox zijn ook te bestellen via amazon.fr

February 1st, 2009
, Posted in Interviews